‘Hier kom ik voor, zet maar een kratje vol klaar!’ ‘Tjonge, dit is geen straf.’ Alcohol in de neus, met zoete drop en verder wat peperig. Maar ook schoenleer en de smaak van rietsuikerstroop (uit de gele pot).
Toch een whisky van tegenstellingen. Iemand vond het een viruskiller, heel intens, alcohol te hoog en alles een beetje té. Een groot vat jodium. Iemand anders: rokerig, pittig, de alcohol goed geïntegreerd. De vaste gast merkte op dat hij hiermee wel zijn binnenbrandje wel zou willen blussen, hij kreeg bijval van een tafelgenote om haar binnenbrandje ook te gaan blussen.
Smaken? Salie, zwart-op-wit, lavas, bonenkruid. Lekker, geen Lagavulin maar een overtreffende trap. Het laatste commentaar kwam van iemand die alles proefde wat hij zou willen proeven in een whisky, een beetje rook en houtskool die lang blijft hangen. Een nipte eerste plaats in deze toch wel mooie en complexe proeverij. En dat nipt was dan resultaat van het zware gevecht met de Highland Park.